met de ferry steken we de Gele Zee over van China naar Zuid-Korea
een paar dagen in bruisend Seoul
bibimbap op de Gwangjang Market
een klein restaurantje met een bib gourmand
waar mensen in de rij staan
voor rauw rundvlees op een groene salade
we vinden het zó lekker, we sluiten 4 keer aan in de rij
het Gyeongbokgung paleis
vele malen verwoest door de Japanners
Europese toeristen huren traditionele Hangbok kleding
om zichzelf in het paleis op de foto te zetten
Bukchon Hanok Village
een pittoreske wijk met kleine huizen met prachtige daken
DMZ, demilitarised zone, de grens met Noord-Korea
de meest beveiligde grens ter wereld
kijken in de tunnel die de Noord-Koreanen tot in Zuid-Korea gegraven hebben
uitzicht op Noord-Korea
verder zijn het souvenir winkels en eetgelegenheden
maar het verhaal over de oorlog van 1950 tot 1953 is heftig
veel straaljagers in de lucht
de vier rivieren fiets route
door de natuur
mystieke mist en motregen
300 meter ‘hoge’ bergen
begroeid met bos
we zien de gevolgen van de bosbranden van april dit jaar
goed aangelegde fietspaden
rijst, rode pepers en appels
het traditionele Hahoe dorp
tot aan Andong, waar we toevallig in het maskerfestival belanden
samen lopen we over de Wolyeonggyo Bridge
men zegt dat als je samen over deze brug loopt
de liefde voor eeuwig bezegeld wordt
de kust van de Japanse Zee
krab op het menu
korte steile kuitenbijtende klimmetjes
Gyeongju, de voormalige hoofdstad van het Silla tijdperk
grafheuvels, tempels, houten bruggen in prachtig aangelegde parken
want parken aanleggen, dat kunnen ze
de drukke Hwangnidan Shopping Street
tot Busan is het vervolgens een aaneenschakeling van bebouwing en veel grootschalige industrie
rivieren, spoorwegen, autowegen en autosnelwegen
kruisen elkaar op verschillende niveau’s
viaducten en tunnels
de fietspaden ontbreken
de Koreanen joggen en wielrennen
armen benen en gezicht helemaal bedekt
om maar niet bruin te worden
de fitness apparaten die onder de bruggen staan worden volop gebruikt
ze zijn assertief
spreken een beetje Engels
de oudjes lopen helemaal krom van het pepers plukken
maar zien er gezond en gelukkig uit
Koreanen houden van kamperen
tijdens Chuseok, een belangrijke nationale feestdag
hebben ze allemaal een paar dagen vrij
en zijn alle campings ‘complet’
in China stonden overal politieagenten
in Zuid-Korea geen politieagent te bekennen
Hyundai, Kia en Samsung
waar een klein land groot in is
alle auto’s zijn grijs, wit of zwart
dat tekent de ingetogenheid van de Koreaan
de levensstandaard is hoog
na China is het even wennen bij de kassa
onze tocht eindigt in de havenstad Busan
minstens zo bruisend als Seoel
prachtig Aziatisch en comfortabel Westers tegelijk
wij genieten met volle teugen van Zuid-Korea
een zeepaling bbq als heerlijke afsluiting in dit bijzondere land
Maandag 29 september Chungju-Si
We fietsen over veel bruggen en over oude spoorbanen. Prachtig. Het park wat we uitgezocht hadden om onze tent neer te zetten is niet geschikt. Ook een stuk verderop langs de route vinden we geen plek. Dus gaan we van de route af. Nadat een oude Koreaan, die in de tuin stond te werken aangaf dat er geen kampeerplek is en een poging bij de grafheuvels die mislukt, zetten we de tent in een prieel. Wen schiet een man aan die uit een klein weggetje komt gereden. De man belt met iemand en het duimpje gaat omhoog. Lekker veilig en beschut.
Dinsdag 30 september Mungyeong-Si
Het is kwart voor zes en nog donker. We horen een paar auto’s vlak bij ons stoppen. We horen vrouwenstemmen, oudere vrouwen, ze kletsen wat af. Dan horen we twee die het trappetje bij ons prieel oplopen, ze gaan op het bankje zitten, de voeten tegen de tent. En kletsen! Tegen zes uur vertrekken de dames naar een stukje land verderop en verstompt het geklets. Als we om zeven uur de rits van de tent open doen, zien we 15 vrouwen in het veld naast ons pepers plukken. Dat was de commotie dus! We gaan koffie zetten. Er komt een vrachtautootje aan, die stopt naast ons prieel. Een man en vrouw stappen uit en vanuit de achterbak wordt het ontbijt voor de dames gehaald. Als de dames aan de noodles zitten, komt de man naar ons toe en zegt dat we mee moeten eten. Ik vind het leuk en ga tussen de oude dames zitten. Ik krijg een kom met noodles en een courgette. Het is fris en enorm mistig, maar gaandeweg breekt de zon er door. Heerlijk najaarsweer. De tocht vandaag heeft best wat hoogtemeters en het gaat soms steil. Voor de laatste klim gooien we er nog een yoghurtje in. Halverwege de afdaling steken we een klein weggetje in. We vinden een vlak parkeerterrein en vragen bij het huis ernaast of we er onze tent op mogen zetten. Twee mannen en een vrouw lopen met ons mee. ‘Nee, niet te dicht bij het water, daar zijn slangen. Wat nog beter is, onder het afdak van het huis ernaast, dat staat leeg. Maar het is theetijd, gaan jullie mee’? We lopen mee en krijgen een kleine rondleiding langs de ovens van de geleerde artistieke mediterende kunstenaar. We lopen naar de achterkant van de ovenruimte waar de rivier stroomt en een prachtig idyllisch prieel staat. We moeten onze schoenen uitdoen en gaan door de schuifdeur de Japans ogende woonkamer binnen. Aan een kant van de kamer is de muur een soort etalage van keramische kopjes en theepotten. Voor de ramen een schuifbaar paneel van dunne houten latjes bespannen met rijstpapier. We gaan aan een lage tafel, een gehalveerde boomstam, op kleine kussentjes op de grond zitten. De man maakt een heel ritueel van het theezetten, waarbij heet water over de theepot en weer in de theepot gegoten wordt. Hij vertelt dat het dure thee is waarvan niet de smaak maar de kracht belangrijk is. We krijgen een soort bapao broodje met zwartbonen vulling en gepofte kastanjes. Ze vragen van alles over onze reis. Wen vraagt of hij zijn keramiek ook verkoopt. Nee, zegt de man, daar ben ik drie jaar geleden mee opgehouden. De thee, die in heel kleine kopjes geserveerd wordt, wordt steeds sterker. We zeggen dat we de tent maar eens op gaan zetten voordat het donker wordt. Maar we moeten even wachten want er komen nog meer kastanjes aan. We tonen onze dankbaarheid. Ze buigen met gevouwen handen. We krijgen visitekaartjes van de mannen mee, geleerde professoren verbonden aan de universiteit en 30 jaar gestudeerd. Ze zijn 70 en 71 jaar oud en zien er wel tien jaar jonger uit. Weer heel wat anders dan de kletsende peperplukkers. We zetten de tent op onder de overkapping van het huis en genieten na van wat ons vandaag weer allemaal overkomen is…
Reactie plaatsen
Reacties
Alweer een prachtige impressie van jullie wereld(se)reizen.
Dank voor het delen.
Groetnis Rienk